Zoete Rouw - bespiegeling op het werk van Anne Hopman

Karin van Lieverloo • 4 december 2022

Openingswoord bij de Kunst op de Kast expositie van Anne Hopman 2 december 2022 - 11 januari 2023

Openingstoespraak PapaDon

Tentoonstelling Anne Hopman Kunst op de Kast ZaadeL Makerij

Nijmegen 2 december 2022, 17.30 uur


Zoete rouw


In Anne’s woonkamer staat een grote glazen pot die tot boven is gevuld met snoep: van die kleine, zoetgekleurde hartjes met daarop een woord of een boodschap. Zoals “Zoen” en “Pret” en “Raak”. Ik was vroeger altijd verrukt als ik een roze hartje met “Kus me” kreeg, hoewel er nooit leuke jongens in de buurt waren aan wie ik het snoepje kon geven. Naast deze snoeppot heeft Anne een wit paneeltje op tafel geplaatst. Ze heeft het zelf gemaakt en in het midden van het vierkant is de tekst “Schroom niet” te lezen. Ik voelde het als een uitnodiging om een hartje uit de pot te halen. Maar wat als ik een stom hartje zou pakken? Waarop “Stop” of “Help” staat? Die wilde ik vroeger nooit. En nu nog steeds niet. Want wat zou ik dan over mezelf afroepen?


Het lezen van Anne’s boek PapaDon - over leven en de dood voelde een beetje hetzelfde. Ik wist dat het zou gaan over haar proces van rouw voor en na het overlijden van haar vader Donald Hopman, maar wat zou het met mij doen als ik het las? ‘Rouw’ vind ik een naar woord, net als ‘dood’ en ‘verlies’. Het zijn woorden die gaan over lijden. Over afscheid nemen. Over loslaten. Ik vind het niet fijn om ze te horen, of ze te lezen en al helemaal niet om ze zelf op papier te zetten. Wat ben ik blij dat ze niet op vruchtenhartjes staan.


In haar voorwoord schreef Anne: “Rouw is een universele emotie en dat gegeven fascineert me, want daarmee heeft het ook de potentie bruggen te slaan. Laten we het dus niet doodzwijgen.” Juist door in alle openheid over de dood van haar vader te schrijven en niet stil te houden wat dat met haar deed, is het Anne gelukt om door verschillende stadia van rouw te gaan. En houdt ze ons direct een spiegel voor. Want hoewel haar tekst zeer individueel is, is het ook universeel. Rouw is immers van alle tijden en van alle mensen. Is haar verhaal eigenlijk niet van ons allemaal?


Hoe persoonlijk ook, Anne’s relaas ontstijgt het subjectieve en geeft daarmee de lezer ruimte om eigen ervaringen te herkennen. En dat zorgt voor verbinding. Door open te zijn over haar rouw leerde Anne een diepere manier van communiceren. Dat leidde voor haar tot verandering en daarmee tot verwerking. En tot het inzicht dat elk einde een nieuw begin heeft. Zoals in de ronding van een cirkel elk begin eveneens een eind is. Zo werkt Anne ook als kunstenaar, hoewel ze zich niet zo wil noemen. Ze ziet zichzelf meer als creatief maker. Onder de naam More Or Less Design geeft zij voorwerpen met een geschiedenis een nieuwe toekomst. “Circulair design” noemt ze dat, ontwerpen met een eigen karakter en bijbehorende littekens.


Anne fotografeert ook. En nu heeft ze een boek gemaakt. Niet geschreven, maar gemaakt. Want het makerschap stelt zij voorop. Er is niets waar zij heel goed in is, zegt Anne zelf, maar wel veel dat ze een beetje kan. Daardoor hoopt ze juist veel mensen te bereiken. Ze pakt de tijd - die haar gebeurt - om te maken. Ze neemt de tijd om te leren. Ze zei: “Ik weet dat ik ongelukkig word als ik geen dingen maak. En ik wil gelukkig zijn.”


De expositie die we vandaag openen, is een bijzondere, want het is voor het eerst dat Kunst op de Kast het geschreven woord centraal stelt. Maar er zijn ook beelden. Anne heeft objecten geselecteerd die zij associeert met haar vader en haar rouwproces. Dat zijn persoonlijke voorwerpen, zoals het schilderij met drinkende paarden dat altijd in de hal van het huis van haar ouders hing en waar haar vader zo aan gehecht was. En hoewel de kleuren van dat werk vervagen gelijk herinneringen, krijgt het hier op de kast maar ook op de cover van Anne’s boek een nieuwe context en wordt het nog even behoed voor de vergetelheid.


Er is ook werk dat Anne zelf creëerde, zoals De fik d’r in, dat refereert aan haar vaders wens om gecremeerd te worden. Ik ben benieuwd of ze het inmiddels ‘brandveilig’ heeft gemaakt, zoals ze Ingeborg en mij vertelde en waarbij wij haar vol ongeloof moeten hebben aangestaard.


Objecten zijn voor Anne belangrijk om de tekst in haar boek te ondersteunen. Elk hoofdstuk heeft één afbeelding naast zich dat haar woorden in beeld samenvat. Het zijn foto’s die ze zelf heeft gemaakt. Ook de vormgeving van het boek is van haar. Anne lijkt bijna verbaasd dat het boek haar gelukt is. In een mengeling van bescheidenheid en zelfspot vertrouwde ze ons toe: “Ik heb eigenlijk alles zelf gedaan.”


En in dat woordje ‘eigenlijk’ zit ‘t ‘m nou net. Je kunt het in deze context uitleggen als ‘min of meer’, ‘more or less’. Maar ‘eigenlijk’ betekent juist ‘echt’ en ‘werkelijk’. En dan zegt Anne dus: “Ik heb echt alles zelf gedaan.” En dan ben je meer dan “alleen maar een instrument om dingen te maken”. Dan ben je wat je maakt.


Anne had het schrijven nodig om door haar rouwproces te komen. Ze wilde voorkomen dat herinneringen verdwenen, op zouden lossen in het niets. Door er woorden aan te geven, kon ze ze tegelijkertijd vasthouden en loslaten. Boek en tentoonstelling beschouwt Anne als de laatste stap in haar rouwproces. Nu wacht haar de reactie van de beschouwer. En waar het schrijven in het begin puur voor haarzelf was, ontdekte ze op later moment dat ze schreef uit dankbaarheid voor de betrokkenheid van velen. Ze realiseerde zich dat de dood van haar vader tot prachtige ontmoetingen en intense gesprekken had geleid. Dat haar boek “eigenlijk” gaat over al die mensen die lief voor haar zijn geweest. Die haar hebben geholpen te overleven en te leven.


Halverwege haar boek heeft Anne een foto van een vruchtenhartje afgebeeld, in vrolijk en optimistisch geel. Met het woord ‘hulp’ er op. Zo’n hartje bestaat niet echt, Anne heeft het zelf gemaakt van een snoepje met de tekst ‘help’. Maar ‘help’ was niet de vraag die zij stelde. Hulp kwam ongevraagd, onverwacht en onbaatzuchtig. Dit boek is Anne’s manier om te zeggen: dank voor alle hulp bij mijn rouw, dank voor alle liefde.


Je weet van te voren nooit welk hartje je uit de snoeppot pakt. Nooit weet je wat het leven voor je in petto heeft. Soms pak je het verkeerde hartje. Maar daarvoor moet je er wel een pakken. Schroom niet, zou Anne zeggen. Ben niet bang om te leven. Omarm de rouw.



Karin van Lieverloo © KaaT | Kunst & teksT Tekst uitgesproken door Ingeborg Laninga bij de opening van de tentoonstelling PapaDon bij ZaadeL Makerij op 2 december 2022